Financiële toelichting per programma

Leren, Participeren & Ondersteunen

Leren, Participeren & Ondersteunen

Thema

Bedrag verschil (x €1.000)

Voordelig of nadelig (V/N)

Toelichting

Baten of Lasten (B/L)

Incidenteel of structureel (I/S)

Onderwijs

€ 157
€ 150

V
N

Zorg en techniekcampus
In het Coalitieakkoord ‘Samen bouwen op Nissewaard’ is opgenomen dat bestuur ruimte wil bieden aan de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door het faciliteren van een Zorgcampus nabij het metrostation Spijkenisse Centrum en een Techniek/ICT-campus op bedrijventerrein Halfweg Molenwatering. Hiervoor zijn incidentele middelen geraamd in 2023 en 2024 die jaarlijks zijn overgeheveld. In 2024 zijn de middelen nog niet besteed. In 2025 zullen de middelen worden ingezet voor een subsidie Zorgcampus en een subsidie Techniekcampus. Via de Regiodeal ZHD zijn middelen beschikbaar gesteld aan onze regio (3e tranche regiodeal ZHD). De subsidies maken onderdeel uit van de projecten die zijn ingediend om ontwikkelingen te realiseren met geld vanuit de regiodeal. De middelen vanuit de gemeente worden ingezet als co-financiering. De genoemde € 157.000 heeft hierop betrekking; gaat om de co-financiering van gemeente Nissewaard in de Zorgcampus. In de PPN2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025.

L
R

I
I

€ 62
€ 30

V
N

OnOvOn
In het kader van de Regiodeal is budget van ONdernemers OVerheid en ONderwijs voor 2 jaar bestempeld als cofinanciering voor de Regiodeal. Het budget van 2023 was overgeheveld naar 2024, waarvoor nog geen uitgaven hebben plaatsgevonden.

L
R

I
I

€ 246

€ 370

V

N

Onderwijshuisvesting
Ten behoeve van het programma en overzicht 2024 zijn nog niet alle aanvragen afgehandeld. Er resteert een bedrag van € 106.598

In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025. De vergoeding zal in 2025 worden uitgekeerd.

Na realisatie van het IKC Sterrenkwartier kunnen de oude schoolgebouwen aan de Galileilaan gesloopt worden. Als dat is gebeurd is kan de restant boekwaarde ad. € 93.879 afgeboekt worden. De sloop wordt voorzien in het voorjaar 2025.

In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025

Betreft de subsidie voor de vergroening van de schoolpleinen. Conform besluit wordt dit bedrag ad. € 50.000 gedekt d.m.v. een onttrekking aan de reserve Onderwijshuisvesting.

De vergoeding materiele instandhouding voor het gymnastieklokaal 2019 t/m 2022 van de Gelinckschool moet nog betaald worden. Dit betreft een bedrag van € 73.000

In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025.

De in 2024 geraamde kapitaallasten ad. € 385.000 voor de vervangende nieuwbouw voor Scala Rietvelden en Charles de Foucauld worden niet aangewend en kunnen vrijvallen.

Tenslotte leiden de huurlasten tijdelijk onderwijshuisvesting hier tot een overschrijding ad. 361.508 en deze valt gedeeltelijk weg tegen het voordeel benoemd in programma 2.

Het resultaat van alle mutaties onderwijshuisvesting wordt gestort in de reserve Onderwijshuisvesting.

L

R

I

I

€ 1.666
€ 1.666

V
N

Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) (SD)
Het resultaat op de specifieke uitkering (SPUK) Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) is per saldo neutraal in het resultaat van de jaarrekening. Vanuit de rijksoverheid ontvangt de gemeente Nissewaard middelen voor OAB. Het betreft een SPUK OAB in een cyclus van 4 jaar. De huidige OAB-cyclus loopt van 2023 t/m 2026. Het voordeel op de lasten en het nadeel op de baten van € 1,6 miljoen betreft het verschil tussen de begroting en de realisatie. Dit wordt grotendeels verklaard doordat in het budget middelen van de voorgaande OAB-cyclus (2019 t/m 2022) zitten die niet zijn besteed. Eveneens betreft het OAB-middelen van de huidige cyclus die niet zijn besteed.
Aangezien het specifieke middelen zijn, kunnen resterende middelen binnen de huidige OAB-cyclus jaarlijks worden overgeheveld. Resterende OAB-middelen van de huidige cyclus (loopt t/m 31-12-2026) vordert de rijksoverheid terug met uitzondering van 'de helft van de OAB-uitkering 2026'. Dit bedrag kan vervolgens binnen de wettelijke doelstellingen worden besteed in de daaropvolgende OAB-cyclus van vier kalenderjaren. Zie onderstaande tabel waaruit blijkt dat in 2024 € 4.414.955 aan OAB-middelen zijn gerealiseerd. In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om een bedrag ad € 2.129.521 over te hevelen naar 2025. Deze middelen zijn op de balans verantwoord als “vooruit ontvangen middelen”.
Tabel

Reserve OAB 31-12-2023

€ 2.036.397

Totale OAB-lasten in 2024  

- € 4.414.955

Totale OAB-baten rijksoverheid in 2024

€ 4.508.079

Bedrag overheveling naar 2025 (PPN 2026)

€ 2.129.521

L
B

I
I

€ 67
€ 67

V
N

Voorschoolse Educatie Ontheemde Peuters
Het resultaat op de specifieke uitkering (SPUK) Voorschoolse Educatie Ontheemde Peuters is per saldo neutraal in het resultaat van de jaarrekening. In mei 2023 heeft de gemeente Nissewaard een specifieke uitkering (SPUK) ontvangen voor Voorschoolse Educatie Ontheemde Peuters voor de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 december 2023 van € 81.000. Het doel van deze specifieke uitkering betreft het aanbieden van voorschoolse educatie aan ontheemde peuters. De specifieke middelen voor Voorschoolse Educatie Ontheemde Peuters en OAB betreffen beiden Voorschoolse Educatie (hetzelfde product).   
Op basis van de SiSa verantwoording 2023 en 2024 is een totaalbedrag van € 13.754 gerealiseerd. Dit maakt dat een bedrag ad € 67.246 resteert dat moet worden terugbetaald aan de rijksoverheid. Deze resterende middelen die moeten worden terugbetaald zijn op de balans geboekt.  

L
B

I
I

€ 147
€ 93

V
N

RMC, VSV, Kwalificatieplicht (SD)
Overheid, scholen en gemeenten willen voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie van school gaan. Jongeren die het onderwijs verlaten met een startkwalificatie hebben een betere uitgangspositie in de samenleving. Gemeenten hebben hierin een wettelijke opdracht die is vastgelegd in de RMC-wetgeving. Gemeenten zijn verplicht in regionaal verband samen te werken en hebben hier afspraken over gemaakt. Vanuit de rijksoverheid ontvangt de gemeente Nissewaard, via de gemeente Rotterdam, middelen voor RMC, VSV en kwalificatieplicht. Deze middelen worden ingezet voor de subregio Zuid-Hollandse eilanden: Goeree-Overflakkee, Voorne aan Zee en Nissewaard. De subregio ZHE legt achteraf verantwoording af aan de gemeente Rotterdam. Aangezien het om een specifieke uitkering (SPUK) gaat legt de gemeente Rotterdam verantwoording af aan de rijksoverheid via de SiSa verantwoording. Bij RMC/VSV/Kwalificatieplicht is per saldo een incidenteel voordeel van € 54.092 in het resultaat van de jaarrekening 2024. Hierbij gaat het om overhead behorend bij de salarislasten Nissewaard. Een deel van het budget RMC/VSV/Kwalificatieplicht wordt nl. ingezet t.b.v. personele lasten van de gemeenten Goeree-Overflakkee, Voorne aan Zee en Nissewaard.    
In 2024 is vanuit Rotterdam voor RMC, VSV en Kwalificatieplicht € 684.414 aan baten ontvangen. De lasten over 2024 bedragen € 578.584. De gemeente Rotterdam heeft toestemming gegeven om een bedrag ad € 105.850 over te hevelen naar 2025 (besteding dient plaats te vinden in 2025). In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025. Deze middelen zijn op de balans verantwoord als “vooruit ontvangen middelen”.

L
B

I
I

€ 154
€ 154

V
N

Nationaal Programma Onderwijs (NPO) (SD)
Het resultaat op de specifieke uitkering (SPUK)  Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is per saldo neutraal in het resultaat van de jaarrekening. Het NPO is een onderwijs breed steunprogramma gericht op herstel en ontwikkeling van het onderwijs en op het inhalen/compenseren van vertragingen ontstaan door de gevolgen van het coronavirus. In samenwerking met scholen en lokale partijen wordt ondersteuning ingezet en worden maatregelen getroffen om onderwijsvertragingen in te halen. Hierbij gaat het om ondersteuning op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak. Het gaat om een aanvulling op interventies die scholen al doen. De gemeente Nissewaard heeft hiervoor vanuit de rijksoverheid een specifieke uitkering (SPUK) ontvangen van in totaal € 1.535.976. Conform de regeling mogen de middelen worden besteed van augustus 2021 tot en met juli 2025 (periode is destijds met 2 jaar verlengd). Vanaf augustus 2025 mag er aldus geen inzet meer worden gedaan ten laste van deze SPUK.
Het voordeel op de lasten en het nadeel op de baten betreft het verschil tussen begroting en realisatie 2024. Er is minder gerealiseerd dan begroot. Tot en met 2024 is een bedrag van € 1.294.047 aan NPO-middelen gerealiseerd. Wat maakt dat er voor de periode tot en met juli 2025 nog een bedrag resteert van € 241.929. Voor het jaar 2025 is reeds een NPO-budget begroot ad € 56.351. Dit maakt dat in de PPN 2026 zal worden voorgesteld om een bedrag ad € 185.578 over te hevelen naar 2025. Deze middelen zijn op de balans verantwoord als “vooruit ontvangen middelen”. Een evt. resterend bedrag aan het einde van de bestedingsperiode (is t/m juli 2025) dient terugbetaald te worden aan de rijksoverheid.

L
B

I
I

Thuis in Nissewaard

€ 364

V

Maatschappelijke dienstverlening (SD)
Op dit budgetis een voordeel van € 364.000. Dit komt deels omdat een bedrag van € 207.000 aan geraamde subsidies in de begroting, incidenteel ten laste van de brede SPUK gebracht konden worden. Daarnaast was een deel van het budget bestemd voor SUNN (Stichting urgente noden Nissewaard). De subsidie aan SUNN is echter gedekt uit het budget preventie armoede. Verder is € 13.000 meer aan subsidies teruggevorderd over 2023 dan begroot en zijn de kosten voor de alzheimerdag € 7.000 lager dan begroot.

L

I

 

€ 401
€ 20

V
V

Ontwikkelbudget (SD)
Op het ontwikkelbudget is een voordeel van totaal € 421.000. Het ontwikkelbudget is in 2024 niet volledig bestemd. Daarnaast zijn een aantal bepaalde gereserveerde kosten lager uitgevallen dan begroot. Vanuit 2023 is een bedrag ad € 93.000 overgeheveld naar 2024. In de PPN2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025. Vanaf 2026 is dit budget volledig bezuinigd. Voorgesteld wordt de resterende middelen in te zetten voor diverse projecten in het sociaal domein op de gebieden Jeugd en Wmo. Deze projecten hebben te maken met verandering van landelijke wetgeving en/of het verbeteren van internevoor processen met als doel om onder andere tot kostenbesparingen te komen.

L
B

I
I

€ 234
€ 234

V
N

Decembercirculaire 2023 (SD)
In de decembercirculaire 2023 is een bedrag ad € 234.077 ontvangen dat bestemd is voor het sociaal domein (boekjaar 2023). Dit bedrag heeft grotendeels betrekking op het onbestemde deel waarvan 37% ten gunste komt van het sociaal domein. Deze middelen zijn verwerkt in de jaarrekening 2023 en meegenomen in de overheveling 2023/2024. In 2024 valt dit bedrag vrij in de het resultaat van het sociaal domein. Het voordeel komt ten gunste van de reserve sociaal domein.

L
R

I
I

€ 97

N

SPUK Gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek (SD)
De afspraken over de compensatie van de kosten die gemeenten in het kader van de hersteloperatie kinderopvang maken, zijn opgenomen in een specifieke uitkering.

In boekjaar 2024 is een nadeel op de SPUK B2 toeslagenproblematiek verantwoord. Dit nadeel van 97K wordt veroorzaakt door een correctie op de nog te ontvangen balanspost voor boekjaar 2022. Voor het boekjaar 2022 was een correctie nodig wegens het dubbel opvoeren van werkelijke kosten en normbedragen.

B

I

Maatwerk Jeugd

€ 96

N

Behandeling Jeugd (SD)
In de tweede tussenrapportage 2024 is opgenomen dat er vanaf 2024 Laagcomplexe specialistische GGZ vanuit lokaal wordt ingezet. Dit is conform de bedoeling van de overheveling in 2023 waarbij regionaal ingekochte jeugdhulp (vanuit perceel E) naar lokaal is gegaan. Ondanks de overheveling werd deze jeugdhulp in 2023 nog vanuit de regionale inkoop GRJR ingezet. Vanaf 2024 zien we wel deze omslag. In de tweede tussenrapportage 2024 is eveneens opgenomen dat naast de stijging op Laagcomplexe specialistische GGZ het gemiddeld aantal cliënten voor medicatiecontrole was gestegen. In de tweede tussenrapportage 2024 is dan ook een structureel nadeel op Behandeling Jeugd verwerkt. Uit de jaarstukken 2024 blijkt een aanvullend structureel nadeel op Behandeling Jeugd van € 96.000.
Bij de regionaal ingekochte jeugdhulp door de GRJR zien we op perceel E, van waaruit in 2023 is overgeheveld naar lokaal, geen voordeel. Vanwege het inlopen van de wachtlijst ontvangen cliënten nu eerder door de GRJR ingekochte specialistische jeugdhulp op dit perceel. Dit maakt dat we geen financieel voordeel bij de GRJR zien.

L

S

€ 342

N

Behandeling Jeugd Woonplaatsbeginsel (SD)
Voor het woonplaatsbeginsel Jeugdhulp gelden landelijke criteria zodat helder is welke gemeente per situatie verantwoordelijk is voor de jeugdhulplasten. Het woonplaatsbeginsel is van toepassing op de gehele jeugdhulp. Binnen de regio Rotterdam-Rijnmond zijn de volgende afspraken gemaakt: 1) Na 15 december 2023 worden er geen jeugdigen met terugwerkende kracht meer overgedragen. (Financiële) overdracht vindt dan plaats op het moment dat de jeugdige wordt gemeld bij de desbetreffende gemeente. 2) Vanaf 2023 worden de lasten van het woonplaatsbeginsel binnen de regionaal ingekochte jeugdhulp vereffend.
Het nadeel van € 342.000 heeft enerzijds betrekking op jeugdhulplasten woonplaatsbeginsel t/m 2022 vanuit de regio Rotterdam-Rijnmond waarop de gemeente Nissewaard vóór 15 december 2023 een akkoord heeft gegeven. Anderzijds heeft het nadeel betrekking op jeugdhulplasten woonplaatsbeginsel vanuit gemeenten buiten de regio Rotterdam-Rijnmond.
De jeugdhulplasten woonplaatsbeginsel zijn niet vooraf te begroten (betreft PM post). Het gaat immers om jeugdhulp die door andere gemeenten is geleverd en betaald waarna deze gemeenten de lasten bij ons in rekening brengen omdat wij deze conform de criteria van het woonplaatsbeginsel dienen te voldoen.

L

I

€ 497

N

Begeleiding Jeugd (SD)
Op het budget begeleiding jeugd is sprake van een nadeel op de lasten van € 497.000. In de tweede tussenrapportage 2024 is, vanwege wijziging van de financieringsmethodiek van begeleiding, een nadeel van € 400.000 verwerkt (voor 2024). Hierbij is aangegeven dat de gewijzigde financieringssystematiek een overgangstraject met zich meebrengt wat het prognosticeren lastig maakt.
Na de bijstelling in de tweede tussenrapportage 2024 is het gemiddeld aantal cliënten met Begeleiding verder gestegen en is de kostenintensiteit toegenomen (langere trajecten en/of intensievere zorg). Uit de gegevens blijkt dat de gecertificeerde instellingen gemiddeld meer cliënten doorverwijzen naar Begeleiding. Hierdoor zijn de lasten verder toegenomen. Het nadeel is grotendeels structureel. Een deel van het nadeel is incidenteel omdat dit betrekking heeft op jeugdhulplasten 2023.  

L

S

€ 255

N

Jeugd Maatwerk (SD)
Op het budget Jeugd Maatwerk is sprake van een nadeel op de lasten van € 255.000. Dit betreft een incidenteel nadeel aangezien het gaat om incidentele extra lasten in 2024. In de tweede tussenrapportage 2024 is voor 2024 een nadeel van € 207.000 verwerkt. Dit was gelegen in een kostenverschuiving van PGB Jeugd naar Maatwerk Jeugd en betrof een structureel nadeel. Uit de gegevens bleek een stabilisatie van het gemiddeld aantal cliënten.
Het prognosticeren van Jeugd Maatwerk blijft onverminderd lastig. Het is immers bedoeld voor jeugdhulp die niet regulier wordt ingekocht b.v. via de Open House. Uit de gegevens blijkt dat het aantal cliënten nagenoeg stabiel blijft.

L

I

€ 124

V

Daginvulling Jeugd (SD)
Op Daginvulling Jeugd 2024 is sprake van een incidenteel voordeel op de lasten van € 124.000. Dit voordeel is ontstaan doordat de jeugdhulp bij een kleinere gecontracteerde aanbieder is gestopt. Vanwege de ontwikkelingen die op Daginvulling jeugdhulp plaatsvinden, betreft het een incidenteel voordeel.

L

I

€ 97

N

PGB Jeugdhulp (SD)
Op het budget PGB Jeugdhulp is sprake van een nadeel op de lasten van € 97.000. In de eerste tussenrapportage 2024 (PPN 2025) is, vanwege een afname van het aantal PGB’s Jeugd, het budget PGB Jeugd structureel verlaagd (voor 2024 met € 218.000). In de praktijk zagen we hierbij een kostenverschuiving van PGB Jeugdhulp naar Maatwerk Jeugd.

Het nadeel op PGB Jeugdhulp van € 97.000 kan worden verklaard door de druk op de wachtlijst voor een plek in het Kinderdagcentrum (KDC). In dit kader zijn gedurende 2024 vier PGB’s voor KDC toegekend. Hierbij gaat het om gemiddeld hoge lasten. Het betreft een structureel nadeel.

L

S

€ 828

N

Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (SD) Voorlopige Jaarstukken 2024
N.B. De bedragen hebben betrekking op de door de uitvoeringsorganisatie GRJR ingekochte regionale specialistische jeugdhulp en de subsidieverlening voor specialistische jeugdhulp. Dit betreft enerzijds de specialistische jeugdhulp in de voorlopige GRJR-jaarrekening 2024 (= deelnemersbijdrage) en anderzijds de specialistische jeugdhulp in onze eigen jaarrekening (= als voorschot opgenomen in bijlage voorlopige GRJR-jaarrekening 2024). De bedragen zijn nog voorlopig omdat de definitieve productiecijfers met accountantsverklaringen van de zorgaanbieders en subsidieontvangers per 1 april beschikbaar komen. Ook de gemeentelijke data over inzet/toewijzing van hulp worden nog gecompleteerd. Hierdoor kan het definitieve rekeningresultaat GRJR 2024 afwijken.

Voor de GRJR-begroting is met de deelnemende gemeenten een bijdrageregeling afgesproken. Voor de ingekochte regionale jeugdhulp, die is opgenomen in de eigen begroting van de deelnemende gemeenten, is een voorschot afgesproken. Dit voorschot is opgenomen in de bijlage van de GRJR-begroting. Na goedkeuring door de betreffende deelnemende gemeente voldoet de uitvoeringsorganisatie GRJR alle betalingen van de door de uitvoeringsorganisatie ingekochte regionale jeugdhulp.

In de eerste tussenrapportage 2024 Nissewaard (PPN 2025) is voor de GRJR een nadeel genomen van € 4.458.232. Waarna in de tweede tussenrapportage 2024 Nissewaard een aanvullend nadeel is genomen van € 328.209 dat op een stelpost GRJR is gezet.   
Op basis van de voorlopige jaarstukken GRJR 2024 (deelnemersbijdrage + voorschot) dient de gemeente Nissewaard een aanvullende bijdrage van € 1.155.907 te voldoen. Op basis hiervan gaat Nissewaard van een deelnemersbijdrage/voorschot ad € 29.849.035 naar een realisatie van € 31.004.942. Het bedrag van € 1.155.907 wordt als nog te betalen post in de jaarstukken 2024 Nissewaard opgenomen. De stelpost GRJR ad € 328.209 wordt ingezet om het tekort bij de jaarstukken GRJR 2024 ad € 1.155.907 deels te dekken. Na verrekening met de stelpost resteert een nadeel van € 827.698. Zie tabel hieronder.

De totale realisatie op GRJR-niveau o.b.v. de voorlopige jaarrekening GRJR 2024 bedraagt € 362.673.697. Deze bestaat enerzijds uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten ad € 83.253.491. Anderzijds bestaat deze uit de voorschotten van de deelnemende gemeenten ad € 279.420.207

Betreft

Lasten 2024
(in €)

Initiële inleg GRJR 2024 (deelnemersbijdrage + voorschot)

25.390.800

Nadeel in 1e Turap 2024 (PPN 2025)

4.458.232

Begrote middelen GRJR 2024 (bijdrage + voorschot)

29.849.035

Voorlopige Jaarstukken GRJR 2024

31.004.942

Nog te betalen o.b.v. voorlopige Jaarstukken GRJR 2024

1.155.907

Nadeel in 2e Turap 2024
(= stelpost GRJR)

328.209

Begrote middelen GRJR 2024 (deelnemersbijdrage + voorschot) + stelpost GRJR

30.177.244

Aanvullend nadeel o.b.v. voorlopige Jaarstukken 2024 GRJR

827.698

Uit de voorlopige jaarrekeningcijfers blijkt dat het nadeel voor Nissewaard grotendeels in de percelen A t/m E en dan m.n. op C en E zit:
Perceel A: Pleeghulp
Perceel B: Opname met verblijf waaronder gesloten jeugdzorg/jeugdzorg plus
Perceel C: Langdurig verblijf
Perceel D: Daghulp
Perceel E: Ambulante hulp
Op de buitenregionale plaatsingen zit eveneens een nadeel. Dit zijn de plaatsingen van jeugdigen buiten de eigen regio.

L

S

€ 541

V

Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (SD) Definitieve afrekening 2023

De definitieve afrekening o.b.v. de definitieve jaarstukken GRJR 2023 geeft een incidenteel voordeel van € 541.000.
De opgenomen nog te betalen post GRJR in de jaarstukken Nissewaard 2023 o.b.v. de voorlopige jaarstukken 2023 GRJR bedroeg € 2.286.566. De eindafrekening 2023 Nissewaard GRJR o.b.v. de definitieve jaarstukken GRJR 2023 bedroeg € 1.745.566. Dit geeft in het boekjaar 2024 een incidenteel voordeel is van € 541.000.

L

I

Maatwerk volwassenen

€ 152

V

Huishoudelijke hulp (SD)
Op het budget voor Huishoudelijke hulp is een voordeel van circa € 152.000. Bij de 2e tussenrapportage is het budget nog met € 473.185 opgehoogd vanwege de sterke groei (9%) van het aantal cliënten met een indicatie voor huishoudelijke hulp. De prognose was gebaseerd op realisatie t/m juli 2024. De daadwerkelijke groei is in 2024 iets lager uitgevallen. Daarnaast is een voordeel ontstaan als gevolg van de maatregelen van het project huishoudelijke hulp. Een deel hiervan is reeds als bezuiniging vanaf 2025 ingeboekt. Over de verdere invulling van de bezuiniging wordt nader geadviseerd.

L

S

€ 767

V

Begeleiding Wmo (SD)
Op het budget Begeleiding Wmo is een voordeel van ongeveer € 767.000. Dit voordeel bestaat uit twee delen. Ten eerste is vanuit de centrummiddelen een bedrag van € 345.254 beschikbaar gesteld als tegemoetkoming voor de overbruggingszorg voor cliënten op de wachtlijst van beschermd wonen. Dit bedrag is niet nodig om de kosten voor begeleiding te dekken waardoor dit voordeel ten gunste komt van het sociaal domein. Ten tweede is een voordeel van € 422.000 op de realisatie gerealiseerd door het toepassen van een P*Q bekostiging vanaf 1 april in plaats van een vast maandbedrag. Dit leidde tot een daling van de maandelijkse kosten met € 50.000. Vanaf 2026 is op dit budget een bezuinigingstaakstelling geboekt. Over de invulling hiervan wordt nader geadviseerd in de perspectiefnota 2026.

L

S

€ 181

V

Collectief vervoer (SD)
Op het budget Collectief vervoeris een voordeel van ongeveer € 180.000. Bij de perspectiefnota was het budget structureel met € 220.000 opgehoogd vanwege een stijging van de kosten in het 1e kwartaal 2024 met 23% ten opzichte van het 1e kwartaal 2023. Na het 1e kwartaal is de stijging afgevlakt en zijn de kosten in 2024 10% hoger dan over 2023. Vanaf 2026 is op dit budget een bezuinigingstaakstelling geboekt. Over de invulling hiervan wordt nader geadviseerd in de perspectiefnota 2026.

L

S

€ 161

V

Beschermd Thuis (SD)
Het in 2023 vastgestelde beleidsplan Beschermd Thuis in Nissewaard is gericht op kwetsbare inwoners met problemen bij het vinden of behouden van een thuis. Op het budget Beschermd Thuis is een incidenteel voordeel op de lasten van € 161.000. Dit voordeel is ontstaan doordat het beleid beschermd thuis later wordt gerealiseerd dan gepland. In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om een bedrag ad € 162.902 over te hevelen naar 2025 (per saldo is het voordeel op het budget € 162.902).

In de tweede tussenrapportage 2024 is verwerkt dat in 2024 een bedrag van € 1.890.178 niet wordt gerealiseerd. Hiervan is € 1.639.693 overgeheveld naar 2025 waaronder € 1 miljoen aan incidentele middelen voor het verbouwen en inrichten van woon- en opvangvormen. Voor Beschermd Thuis is een structurele taakstelling opgenomen omdat de beschikbare middelen dan niet meer kostendekkend zijn voor de uitgaven en er een ‘verdieneffect’ wordt verwacht van het beleid. Aangezien het beleid later wordt gerealiseerd, vindt het ‘verdieneffect’ ook later plaats. Hierom is in de tweede tussenrapportage 2024 verwerkt dat het bedrag ad € 250.485 benut wordt om de taakstelling Beschermd Thuis naar achteren te schuiven. Dit betekent dat het bedrag ad € 250.485 niet in 2024 aan de reserve SD wordt onttrokken maar deels in 2027 en deels in 2028. Dit maakt dat de taakstelling Beschermd Thuis als volgt is bijgesteld:

Jaar

Resterende taakstelling

2028

€ 191.515

Vanaf 2029

€ 261.035

L

I

€ 196
€ 54

N
N

Beschermd Wonen (SD-CT)
Op het budget Beschermd wonen is per saldo een incidenteel nadeel op de lasten van € 196.000. Dit bestaat uit een nadeel van € 280.000, een voordeel van € 54.000 op de doorbelasting van de inhuur en een voordeel van € 30.000 op uitbesteed werk voor (ruimtelijke) projectleiding Beschermd Thuis regio ZHE.
Het nadeel op de lasten van € 280.000 komt voort uit de afroming van het budget beschermd wonen bij de tweede tussenrapportage 2024 waarbij middelen in de reserve centrumtaken zijn gedoteerd. Op basis van de prognosecijfers ten tijde van de tweede tussenrapportage 2024 is de gecontracteerde inkoop beschermd wonen met een bedrag van € 806.000 verlaagd. Uit de huidige cijfers blijkt dat de kosten voor gecontracteerde inkoop beschermd wonen € 217.000 hoger zijn dan de bijgestelde prognose bij de tweede tussenrapportage. Dit komt doordat aanbieders over de voorgaande maanden hebben gefactureerd. Feitelijk wordt hiermee een deel van de storting in de reserve centrumtaken ten tijde van de tweede tussenrapportage 2024 teruggedraaid. Eveneens hebben meer safe house plaatsingen plaatsgevonden dan begroot waardoor ook een deel van het nadeel wordt verklaard.
Op het budget Beschermd Wonen is een incidenteel nadeel op de baten van € 54.000. Dit is m.n. gelegen in niet ontvangen begrote eigen bijdragen voor de extra tijdelijke opvang. Aangezien het bedrag van deze eigen bijdragen ten tijde van het opstellen van de jaarstukken 2024 nog niet bekend was, zal dit item worden meegenomen bij de vaststelling van de subsidie 2024 van de extra tijdelijke opvang.
In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om het niet gerealiseerde uitbesteed werk voor (ruimtelijke) projectleiding Beschermd Thuis regio ZHE ad € 30.000 over te hevelen naar 2025. Deze middelen zijn nodig voor de realisatie van woon- en opvanglocaties in de ZHE-regio. Hierbij gaat het om opdrachten die extern worden uitbesteed.
Van 2023 naar 2024 is inhuur overgeheveld omdat de regionaal projectleider vernieuwd BW later in 2023 was gestart dan gepland en de periode van inhuur aldus langer doorloopt (€ 23.853). Eveneens is inhuur van 2023 naar 2024 overgeheveld voor de regionaal inkoopadviseur vernieuwd BW omdat de inkoopadviseur in 2023 nog niet was gestart en deze inhuurperiode eveneens langer doorloopt (€ 30.493). In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om het totale bedrag van € 54.346 wederom over te hevelen.

L
B

I
I

€ 154

V

Maatschappelijke Opvang (SD-CT)
Op het budget Maatschappelijke opvang is een incidenteel voordeel op de lasten van € 154.000. Enerzijds is dit gelegen in minder hotelplaatsingen ad € 80.000 dan begroot. Vanwege de extra tijdelijke opvang zijn er nl. minder hotelplaatsingen nodig. Anderzijds zijn de verbouwings- en inrichtingskosten van de extra tijdelijke opvang € 54.000 lager dan begroot.

L

I

€ 115
€ 57

V
V

Vrouwenopvang (SD-CT)
Op het budget Vrouwenopvangis een incidenteel voordeel op de lasten van € 115.000. Enerzijds komt dit doordat de subsidies € 73.000 lager zijn dan begroot. Anderzijds komt dit voort uit o.a. minder uitgaven voor het project Geweld Hoort Nergens Thuis.
Op het budget Vrouwenopvang is een incidenteel voordeel op de baten van € 57.000. Enerzijds is dit gelegen in een hogere terugvordering aan subsidies over 2023 dan begroot ad € 30.000. Anderzijds is dit gelegen in niet begrote bijdragen van de gemeenten Vlaardingen en Rotterdam voor de evaluatie van de samenwerkingsafspraken Veilig Thuis Rotterdam-Rijnmond.
In de PPN 2026 zal worden voorgesteld om de resterende incidentele middelen vrouwenopvang voor het deel ‘toekomstscenario voor Goeree-Overflakkee/Voorne aan Zee/Nissewaard’ ad € 75.722 over te hevelen naar 2025. Dit zal in 2025 worden ingezet t.b.v. ervaringsdeskundigheid huiselijk geweld en kindermishandeling voor subsidies voor Memosa en Ervaring in Huis.

L
B

I
I

€ 94

V

PGB Beschermd Wonen (SD-CT)
Op het budget PGB Beschermd wonen is een structureel voordeel op de lasten van € 94.000. Dit is gelegen in een afname van het aantal personen met een PGB voor beschermd wonen.

L

S

Werk, inkomen, armoede-beleid & emancipatie

€ 186
€ 387

V
N

TOZO (SD)
Per saldo is op de TOZO een nadeel van € 201.000. Dit nadeel heeft voor € 221.000 betrekking op een terugbetaling aan het Rijk inzake de afrekening TOZO 2023.

L
B

I
I

€ 127

V

Anti discriminatievoorzeining (SD)
Op het budget Anti discriminatievoorzieningis een voordeel van € 127.000. Dit komt omdat met betrekking tot de Regenbooggelden nog weinig uitgaven zijn. Een bedrag van € 57.950 (inclusief € 10.000 pilot veilige wijken) is overgeheveld vanuit 2023 en het reguliere budget in 2024 bedraagt € 84.293. Daarnaast is incidenteel € 32.188 vanuit het gemeentefonds in 2024 beschikbaar gesteld voor dit beleidsterrein. Door het ontbreken van een beleidsplan zijn er in 2024 nog geen grote uitgaven geweest. Voor 2025 worden nu uitgaven verwacht. In de PPN2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025. Vanaf 2026 is een bezuinigingstaakstelling opgenomen van € 20.000.

L

I

€ 387
€ 300

V
V

ESF subsidie REACT EU 2020-2022 (SD)
Op het budget ESF-subsidie is een voordeel van circa € 687.000 die betrekking heeft op de ESF subsidie REACT-EU 2020-2022 AMR RIjnmond. Vanuit 2023 is € 396.000 aan middelen overgeheveld. Hiervan resteert in 2024 nog 387.000. Daarnaast is in december 2024 een restantbetaling ontvangen van € 300.000 inzake de afwikkeling ESF subsidie 2020-2022. De resterende ESF middelen hebben betrekking op het instrument  REACT-EU. De ESF middelen van REACT-EU zijn met name gericht op de ondersteuning van kwetsbare werkenden en werkzoekenden. In de PPN2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025. Dit om in te zetten op het binnenhalen van de volgende tranche van het ESF budget. De kosten gaan in deze voor de baten uit.

L
B

I
I

€ 353

V

Arbeidsmarkttoeleiding AMR Rijnmond 22-23 (ESF)
D
e Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft € 5.499.100 euro aan ESF-subsidie uit het Europees Sociaal Fonds toegezegd aan arbeidsmarktregio Rijnmond over de periode 3 oktober 2022 t/m 31 december 2023. De ESF-subsidie wordt door de gemeenten in AMR Rijnmond gebruikt om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt stapsgewijs (dichter) naar werk te begeleiden d.m.v. re-integratiedienstverlening (casemanagement). De einddeclaratie van dit project is inmiddels ingediend. De eindcontrole (uitgevoerd door subsidieverstrekker UVB SZW) is momenteel bezig en wordt naar verwachting in het 3e kwartaal van 2025 afgerond. Deverwachting is dat de 100% subsidierealisatie wordt behaald. Daarna volgt er een 80% bevoorschotting vanuit de gemeente Rotterdam vanwege risico op een eventuele tweedelijnscontrole door de Auditdienst Rijk. Zodra de definitieve vaststellingsbeschikking is ontvangen, wordt de resterende 20% uitbetaald. Voor Nissewaard gaat het in totaal om een bedrag ad € 353.512. Deze middelen worden nu in de jaarrekening 2024 als “nog te ontvangen” opgenomen en het voordeel wordt gestort in de reserve sociaal domein. Pas na de definitieve beschikking zal worden voorgesteld om deze middelen in te zetten voor re-integratie.

B

I

 

€ 129

V

Uitvoering Inburgering (SD)
Op het budget Uitvoering inburgering is een onderbesteding van € 129.000. Er is een groep inburgeraars die later is gestart met hun traject door (landelijke) opstartproblemen bij inwerkingtreding van de nieuwe wet. Daardoor worden sommige kosten later gemaakt dan vooraf verwacht. Aan deze groep wordt in 2025 maatwerk geboden om het inburgeringsexamen alsnog te behalen en aan de wettelijke verplichting te voldoen en hieraan zijn kosten verbonden die drukken op het uitvoeringsbudget. Daarnaast is aandacht voor de jongere inburgeringsplichtigen. Voor deze groep is specifiek aandacht gevraagd in het laatste half jaar van 2024 en acties hierop lopen nog. In 2025 wordt hierop extra inzet gepleegd zodat zij minder lang afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. In de PPN2026 zal worden voorgesteld om deze middelen over te hevelen naar 2025.

L

I

€ 2.157
€ 2.157

V
N

SPUK Wet Inburgering (SD)
Het resultaat op SPUK Wet Inburgering is per saldo neutraal. Ten behoeve van de specifieke uitkering Wet Inburgering is een bedrag van   € 2.217.742 ontvangen in 2024. Vanuit de overheveling 2023-2024 was een bedrag van € 842.000 meegenomen. In totaal was het beschikbaar budget in 2024 ruim € 3 miljoen. Van deze middelen resteert nog € 2,1 miljoen. Het betreft een specifieke uitkering waardoor het saldo geen onderdeel uitmaakt van het resultaat binnen het sociaal domein. De resterende middelen zijn op de balans verantwoord onder “vooruit ontvangen middelen”.

L
B

I
I

€ 178
€ 178

V
N

SPUK Onderwijsroute (SD)
Het resultaat op SPUK Onderwijsroute is per saldo neutraal. Gemeenten ontvangen via een Specifieke Uitkering van SZW middelen bedoeld om inburgeringsplichtigen toe te leiden naar het reguliere onderwijs. De SPUK onderwijsroute is bedoeld als tijdelijke aanvulling op de reguliere SPUK voor inburgeringsvoorzieningen (Wet Inburgering). Hiermee kunnen gemeenten de komende jaren de onderwijsroute aanbieden, terwijl parallel wordt gewerkt aan een structureel voorstel. De voorlopige uitkering voor 2024 bedraagt € 77.437 en voor 2023 is nog een bedrag ad € 89.636 ontvangen. De resterende middelen van voorgaande jaren zijn € 181.299. Totaal beschikbaar budget is dan € 348.000. Er is in 2024 € 359.000 besteed aan kosten onderwijsroute. Dit betekent dan een bedrag ad € 11.000 als vooruitbetaalde kosten op de balans wordt verantwoord.  

B
L

I
I

€ 675

V

Opvang Oekraïners
Voor de opvang van Oekraïners krijgt de gemeente een vergoeding van € 61 per gerealiseerde opvangplek per dag. Hieruit dienen alle kosten voor de opvang betaald te worden. Daarnaast krijgt de gemeente een kostendekkende vergoeding voor transitiekosten en voor leefgeld. Per saldo is de vergoeding € 675.000 hoger dan dat er aan kosten gemaakt zijn.

L

I

€ 27

V

Garantiebanen
Het verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de ontvangen ziektewet uitkeringen, welke hoger zijn dan voorgaande jaren.

B

I

Volks-gezondheid

€ 321
€ 321

V
N

Brede SPUK
Het resultaat op de Brede SPUK is per saldo neutraal (geen resultaat inde jaarrekening). Het rijk heeft een regeling gepubliceerd op 8 februari 2023: de regeling Specifieke Uitkering sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023-2026 oftewel 'de brede SPUK'. Het doel van deze regeling is ‘een gezonde generatie in 2040’. De brede SPUK bestaat uit 3 onderdelen met in totaal 15 onderliggende regelingen, gericht op gezondheid (programma 5) en op samenlevingsonderdelen als sport en cultuur (programma 4). In 2024 is in totaal € 1,65 miljoen ontvangen. Daarnaast was vanuit 2023 nog een bedrag ad € 210.000 overgeheveld naar 2024. De uitgaven bedroegen in 2024 per saldo € 1,58 miljoen. Op basis van de Sisa verantwoording 2023 en 2024 moet een bedrag ad € 404.000 worden terugbetaald (€ 127.000 o.b.v. SISA 2023 en € 277.000 o.b.v. Sisa 2024). Deze resterende middelen die moeten worden terugbetaald zijn op de balans geboekt.

L
B

I
I

€ 124
€ 124

N
V

SPUK Integraal zorgakkoord
Het resultaat op het IZA is per saldo neutraal (geen resultaat in de jaarrekening). Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om dit te bereiken zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van VWS en een groot aantal partijen in de zorg. Ondertekenaars van het IZA zijn onder meer overkoepelende organisaties van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg. Het IZA gaat uit van de zorgkantoorregio’s. Gemeente Nissewaard is ingedeeld in de zorgkantoorregio ZHE-BAR gemeenten, waarbij Voorne aan Zee, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Barendrecht, Ridderkerk, Albrandswaard en Nissewaard aangesloten zijn. Voor de gehele regio wordt één gemandateerde gemeente aangewezen om de middelen aan te vragen. Voor de regio ZHE-BAR gemeenten is de gemeente Nissewaard de aangewezen gemandateerde gemeente. Voor het jaar 2024 is een specifieke uitkering van maximaal € 3,4 miljoen ontvangen. In 2024 is in totaal € 2 miljoen uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. De lasten in 2024 bedragen voor Nissewaard ad € 1,4 miljoen. Op basis van de Sisa verantwoording 2023 en 2024 moet een bedrag ad € 1 miljoen worden terugbetaald aan het Rijk (over 2023). Deze resterende middelen die moeten worden terugbetaald zijn op de balans geboekt.

L
B

I
I

Deze pagina is gebouwd op 07/15/2025 09:36:33 met de export van 07/15/2025 09:04:59